Skip to content

Ongewenste omgangsvormen

We spreken van ongewenste omgangsvormen wanneer er sprake is van pesten, discriminatie, (seksuele) intimidatie of agressie/geweld op de werkvloer. Dit kan zijn tussen collega’s onderling, tussen medewerkers en hun leidinggevenden of tussen medewerkers en externe partijen zoals klanten of leveranciers. Ongewenste omgangsvormen kunnen in iedere organisatie voorkomen en zijn mogelijk de oorzaak van hoog ziekteverzuim, personeelsverloop en verminderde productiviteit. 

Wanneer is er nu sprake van een ongewenste omgangsvorm? 

  1. Pesten: herhaald ongewenste negatief gedrag. Pesten kan direct gericht zijn tegen een persoon zoals voortdurende kritiek of kleinerende of vernederende opmerkingen. Indirect pesten is bijvoorbeeld iemand buitensluiten, isoleren, buitensluiten, over iemand roddelen of leugens over iemand verspreiden.
  2. Discriminatie: bij discriminatie wordt er onderscheid gemaakt op basis van bijvoorbeeld etnische achtergrond, geslacht of seksuele geaardheid.
  3. Intimidatie: er is sprake van intimidatie las een werknemer angst wordt aangejaagd of onder druk wordt gezet door psychisch of fysiek geweld of door dreigementen.
  4. Seksuele intimidatie: elke vorm van seksuele toenadering, seksuele verzoeken of ander fysiek of verbaal seksueel getint gedrag in de werkomgeving die door de werknemer tegen wie dit is gericht als ongewenst wordt ervaren.
  5. Agressie: fysieke agressie is ongewenst lichamelijk contact dat bestaat uit bijvoorbeeld schoppen, duwen, slaan, spugen of vernielen. Psychische agressie kan bestaan uit het schriftelijk of verbaal bedreigen, chanteren of vernederen.